woensdag 28 maart 2012

Uitwerking van informeel leren op de sociale omgeving


Het Tropenmuseum Junior heeft deze week de Children’s Museum Award gekregen (NRC, 2012). Hierdoor waren er verschillende artikelen in de krant te lezen over kinderen en musea. Dit bracht mij in gedachten terug naar 2003. Het Universiteitsmuseum in Utrecht had een oproep in de krant geplaatst. Kinderen met een hobby, die zich leende voor een tentoonstelling, werden verzocht contact op te nemen met het museum. Michels antieke, gescheurde en weer aan elkaar geplakte, verouderde landkaarten in allerlei formaten zouden wel een plaatsje kunnen verdienden in een museum.

Ik ben in wat kasten gaan zoeken en vond een krantenknipsel (UN, 2003) uit die tijd. Een journalist interviewde Michel en wist al gauw dat zelfs een stratenboek boeiend kon zijn. Op de foto kijkt de vijfjarige Michel lachend in de camera en op de achtergrond hangen zijn plattegronden.

Interessant is om te kijken of het museum een situatie creëerde van informeel leren en of dit op de lange termijn iets heeft opgeleverd.

Letty Ranshuysen ( Onzichtbare drempels, 2005) benadrukt dat "de missie van een museum bepaalt welke activiteiten het ontplooit en welke doelgroepen centraal staan" daarmee bedoelt ze dat het doel dat het museum zichzelf stelt niet per definitie overeen hoeft te komen met het doel dat voor de bezoeker van belang is. Donkers (Theorie en beleid in museumeducatie, 2010) stelt ook dat voor een museum cultuurparticipatie van belang is en voor de bezoeker zijn of haar persoonlijke ontwikkeling.

Informeel leren wil vanuit het oog van educatie altijd aansluiten bij een doel. Het doel van het Universiteitsmuseum was het vergroten van de betrokkenheid en belangstelling voor een museum met daaruit voortvloeiend een grotere cultuurparticipatie.

Socialisatie binnen een museum is een reeks van vaardigheden die ontwikkeld moeten worden om een regelmatige bezoeker te kunnen worden. Deze vaardigheden kun je niet op doen in een formele leeromgeving maar moet je informeel leren. Leren door doen, in dit geval.

Het schema van leeractiviteiten van Simons (1999) is vrijwel 1 op1 hierop van toepassing.

·         Michel had al een eens eerder een museum bezocht (voorkennis)

·         Michel weet dat in een museum informatie te lezen is op bijbehorende kaartjes (opnemen)

·         Michel begrijpt dat in een museum verschillende thema's ten toon worden gesteld (betekenisconstructie)

·         Michel krijgt inzicht in bewegwijzering (organiseren)

·         Michel kan na afloop vertellen wat hij gedaan heeft en wat hij ervan vond (reflecteren)

·         Michel gaat naar andere musea (toepassen)

Of de doelstelling, vergroting van de cultuurparticipatie, door het museum behaald is, is voor het museum zelf moeilijk te achterhalen. De leeractiviteiten zijn in ieder geval waardevol voor de persoonlijke ontwikkeling van de jonge museumbezoeker. Hij weet aan de hand van welke signalen er informatie gevonden kan worden.

Wat ik mis in bovenstaande theorieën is de uitwerking van informeel leren op de sociale omgeving van de cultuurbezoeker. Je kunt het vergelijken met de steen die in het water gegooid wordt. De kringen die hierom heen ontstaan worden naar buiten toe steeds groter. De steen in het water was de oproep in de krant en de eerste ring in het water was de deelname aan de tentoonstelling. De volgende ringen zijn de veranderde houding van de gezinsleden ten opzichte van musea. Michel heeft zich dan wel niet ontpopt tot fervente museumbezoeker maar zijn broer en moeder wel. De kiem hiervoor heeft gelegen in die ene tentoonstelling in 2003.

Bronnen:


  • NRC, 22 maart 2012



  • Utrechts Nieuwsblad, 11 april 2003


dinsdag 20 maart 2012

Een nieuwe lente, een nieuwe leider

Nieuwe lente, nieuw geluid. Diederik Samsom belooft een nieuwe stijl van een politiek debat voeren. Geen polarisatie meer die de huidige regering kenmerkt.
Volgens Manuel Castells zal welke stijl dan ook geen vruchten afwerpen. Castells, hoogleraar sociologie, vindt dat ons politieke systeem het meest achterhaalde deel van onze samenleving is. Nationale staten zullen ten onder gaan aan globalisering. (NRC)
Ook René Boomkens, hoogleraar sociale en cultuurfilosofie noemt de verharding van het politieke klimaat. In het programma Buitenhof spreekt hij zelfs over de oorlog tussen verlichting en achterlijkheid ofwel tussen geseculariseerde, beschaafde cultuur enerzijds en religies die allemaal iets vreselijks representeren anderzijds. (Buitenhof)

Diederik Samsom is gekozen tot de nieuwe politiek leider van het PvdA. Vier andere kandidaten wist hij bij de finish ruim voor te blijven. Zelfs de ervaren voormalig minister van Onderwijs en Wetenschappen, Ronald Plasterk bleef met een flink aantal stemmen achter. De verkiezingen waren opmerkelijk doordat pas twee jaar geleden Job Cohen tot partijleider was gekozen. Waarom ruimde hij nu al het veld? Het algemene antwoord op deze vraag was dat Cohen niet slagvaardig genoeg in de Tweede Kamer opereerde. Cohen zat in de oppositie en zijn achterban vond dat hij teveel meeboog met het rechtse kabinet.
Samsom daarentegen staat bekend als een uiterst communicatievaardige man. Strijdlustig is hij ook, gezien zijn optredens in de vuurlinie bij kernreactoren onder de vlag van Greenpeace.
Om zichzelf aan de kiezers te presenteren is er op zijn website de mogelijkheid om een flyer te downloaden. Een grote foto met daaronder tekst, hier een citaat:

Ik verzet me tegen de kale financiële obsessie, de lege flinkheid en de
heilloze polarisatie die nu regeert. Ik kies voor een ander Nederland, een
land dat zijn respect, optimisme en zelfvertrouwen terugvindt.

Wat mij nieuwsgierig maakt is het woord polarisatie. Polarisatie gaat over tegenstellingen, in het geval van de politiek, tussen links en rechts. Polarisatie betekent geen dialoog maar een debat om met elkaar te communiceren. Dat is altijd zo geweest. Maar nee, polarisatie gaat verder, het veroorzaakt of versterkt zelfs tegenstellingen met verstrekkende gevolgen. (ABC Kenniscentrum) Samsom zegt in zijn citaat dat hij polarisatie funest is. Hij vindt dat er juist geen overmatige aandacht voor de verschillende standpunten moet zijn. Men moet elkaar proberen te vinden in zaken die een gemeenschappelijk doel dienen. Hij is van mening dat een maatschappelijk discussie dus moet beginnen met een zoektocht naar consensus en niet met polarisatie. (Ghorashi, 2009)

Mijn conclusie is dat het niet zo somber gesteld is met de nationale politiek als Castells en Boomkens willen doen geloven. Natuurlijk moeten we altijd wel beducht zijn en kritisch blijven luisteren naar politici die uit zijn op polarisatie.



Bronnen:






·         Studieversie van: Jul DEBROUX, Het globaal casino. De netwerksamenleving van Manuel Castells, verschenen in TGL 56 (2000) 1, p. 9-22 = themanummer Wacht eens even. Tijd vraag tijd.


maandag 19 maart 2012

Ik ben Anita en ik bak graag appeltaarten


Zo'n maandagmorgen als deze is exemplarisch voor ons knusse gezin. De jongens goedgehumeurd aan het ontbijt. Uit zichzelf hebben ze de vaatwasser leeggehaald. Manlief heeft alvast de openhaard klaar gezet want je weet maar nooit of het vandaag in huis toch nog wat fris is en niets is fijner om met de Libelle op de bank te kruipen met een knisperend haardvuurtje op de achtergrond. Toen iedereen de deur uit was hebben Marja en ik een verfrissende boswandeling gemaakt. Ondertussen kletsten we honderduit over de vele mogelijkheden die patchwork ons toch biedt. Zo direct in het zonnetje met een kop koffie zal ik mij buigen over het kookboek want ik heb wel weer eens zin in die gezonde Italiaanse appeltaart. Die vijf kilo moet er wel afblijven!

Als je bovenstaande blog leest is het geluksgevoel van Anita een tien. Ze heeft geen problemen in de gezinssfeer en ze onderhoudt haar sociale contacten. Ze denkt er ook nog aan dat ze genoeg beweging heeft en daarnaast weet ze haar vrije tijd met plezier te vullen.

Wat is de reden dat Anita haar leven met iedereen wil delen via het blog? Heeft Anita geen behoefte aan privacy? De essentie van privacy is niet dat mensen niets van je mogen weten maar dat je zelf bepaalt wie welke informatie over jou krijgt. Dr. A.H. Vedder splitst het begrip privacy in drie onderdelen: Ten eerste hoe de werkelijkheid feitelijk is, ten tweede hoe de persoon de werkelijkheid zou wensen en ten derde de redenen voor deze wenselijkheid (bijvoorbeeld de wens te voorkomen dat bepaalde kwetsbaarheden van mensen tot werkelijke schade leiden, de wens om de individualiteit en autonomie van personen te respecteren, enz.) (Vedder, 2009) Vedder benadrukt dat het begrip ‘privacy’ op zichzelf een hol begrip is. Het in kaart brengen van waarden over de omgang met delicate onderwerpen zou voor een voortdurende alertheid moeten zorgen.

Iedereen zet op Facebook dat wat anderen mogen weten. Een huwelijk sluit je 'for better and worse' maar een Facebookpagina start je alleen 'for better'. Dat jij met je partner deze winter al de derde stedentrip gaat maken of dat je zo blij bent met de aandacht voor 'Nederland doet' (want jij doet tenslotte ook belangrijk vrijwilligerswerk.) zijn zaken die wel drie keer over de hele wereldbol geroepen mogen worden. Daar oogst je waardering mee. Maar dat jij je vadsig voelt omdat je teveel gegeten hebt of dat je dronken van de trap bent gevallen, dat is niet Facebookwaardig. Dat heet privacy.

Dr. M. L. Antheunis is gepromoveerd op sociale aspecten van internet. Haar onderzoek heeft uitgewezen dat mensen zich online nauwelijks anders voordoen dan offline. "We laten ons zien van onze beste kant, maar dat doen we in werkelijkheid óók." Vrouwen en mannen hebben wel een andere manier van zich gunstig profileren. De vrouwen zorgen vooral dat ze als een fotomodel op Facebookfoto's staan terwijl mannen veel meer gericht zijn op hun positie in de arbeidsmarkt en zorgvuldig hun CV bijwerken. (NRC)

Het verlangen naar contact heeft Anita naar een blog gedreven dat vergelijkbaar is met een soap. Anita beschrijft een leven dat niet bestaat. Zij houdt haar privacy grotendeels voor zichzelf maar door haar schijnopenheid maakt ze vele vrienden. Anita heeft een zeer sterk gevoel van eigenwaarde en straalt zelfvertrouwen uit, dit is wat de toeschouwer wil zien, waar hij zich aan wil spiegelen. Door haar trouwe dagelijkse blog krijgt de lezer een band met Anita waardoor hij begrip heeft voor het feit dat het een fictieve wereld is die wordt voorgeschoteld. Want wie deelt er nu echt zijn privacy met onbekenden? Mensen volgen haar omdat ze zelf dromen van een evenwichtig bestaan met een balans tussen last en lust.

Mijn conclusie is dat mensen zorgvuldig, waarden rondom privacy op internet bewaken, ook in de wereld van social media.



Nieber, Lieneke, NRC, 'Op vrouwenblogs schijnt altijd de zon', 16 maart 2012

Vedder, A. H., Privacy, een conceptuele articulatie, Filosofie & praktijk, 2009, vol. 30, nr. 5, pp. 7-19